Vuja dé

Dit weekend mocht ik het vernieuwde Suske en Wiske Kindermueseum in Kalmthout openen. Het museum is helemaal interactief, kleurig en fris nu. Kinderen van 6 tot 99 kunnen er hun creativiteit botvieren en kennis maken met het medium van de strip. Tegelijkertijd krijg je een inkijk in het leven van de auteur, Willy Vandersteen. We investeerden met het provinciebestuur meer dan 650.000 Euro in de vernieuwing. Omdat het een echt doe-museum is, komt er nogal wat slijtage op het parcours en drong de grondige vernieuwing zich op. Nu kunnen we er weer een hele tijd tegenaan en is een van de toeristische toppers uit Kalmthout weer helemaal klaar voor dit en komende seizoenen.

Maar los van de plezierige opening, het vele volk en blije kindergezichten is me nog wat anders bijgebleven. Ik had een vuja dé. Geen déjà vu. Dat laatste kennen de meesten wel: je hebt het gevoel dat je iets al eens een keertje eerder hebt meegeaakt. Een vuja dé is iets te zien of horen krijgen dat je op een andere manier hebt beleefd. Vanuit een ander perspectief zeg maar.

Terwijl ik met een van de dochters van Vandersteen een praatje maakte, vertelde ik haar hoe ik, toen ik als kind met mijn ouders nog in Zweden woonde, Nederlands leerde om me voor te bereiden op de lagere school die ik in Kalmthout zou gaan volgen. Mijn familie verhuisde namelijk na een jaar of zeven in Zweden te hebben gewoond naar België. En mijn papa leerde me Nederlands. Aan de hand van Nederlandse kinderplaten en… de albums van Suske en Wiske. Ik had als vijfjarige al een dikke boon voor Jerommeke.

Waarop Mevrouw Vandersteen zich herinnerde hoe haar vader haar had verteld dat er op een blauwe maandag eens een meneer met zijn dochter voor de deur had gestaan met de vraag of Jerommeke thuis was. Dat die mensen uit Zweden kwamen en zo graag eens kennis wilden maken met de spierbundel uit Kalmthout. Vuja dé dus. Want dat kind aan de deur, dat moet ik geweest zijn.

Helaas, Jerommeke was toen niet thuis. Maar zijn maker wel. En die signeerde een album voor me. Nu is er een museum op zijn woonplaats. En is Jerommeke dus alsnog een beetje thuis.