Tegen 2020, wanneer de capaciteitsproblemen in het secundair voelbaar worden, zorgt de provincie voor duizend extra plaatsen. Een investering van 45 miljoen euro.
2020-2021 is een cruciaal schooljaar voor het onderwijs. Volgens prognoses zorgt de bevolkingsaangroei er tegen dan voor dat er ook in het secundair onderwijs een tekort aan plaatsen voor leerlingen is. Het stijgend aantal leerlingen in het basisonderwijs – en de capaciteitsproblemen die die aanwas nu al jaren met zich meebrengt – zorgt tegen dan ook voor een grote instroom in het middelbaar.
“We willen daar als Antwerps provinciebestuur op vooruitlopen”, zegt Inga Verhaert (sp.a), gedeputeerde voor Onderwijs. “In vergelijking met de andere netten zijn wij maar een kleine speler. We zijn goed voor 4% marktaandeel van het totale onderwijsaanbod in de provincie. Maar met de plannen die nu in uitvoering zijn, zorgen we tegen 2020 voor duizend extra plaatsen in het secundair. Dat is 20% extra plaatsen die tegen dan in onze provincie nodig zijn.”
Met relatief kleine ingrepen gaan de provinciale scholen Brialmontlei, Jacob Jordaen en PIVA in Antwerpen naar hun maximale capaciteit. Het PTS Boom wordt daarvoor ook nog eens gerenoveerd. Dat levert alles samen 385 extra plaatsen op. Een nieuw gebouw van Sint-Godelieve in het Rivierenhof in Deurne is goed voor 220 leerlingen. En de campussen van Pito Stabroek (+150) en PTS Mechelen (+250) worden uitgebreid na uitvoering van het provinciale Masterplan.
45 miljoen euro
In Deurne starten de werken in het najaar van 2016. Het gebouw wordt in 2018 opgeleverd. Voor Stabroek – waar de werkzaamheden al gestart zijn- en voor Mechelen liggen de deadlines respectievelijk op 2019 en 2020.
Aan de uitbreiding hangt een stevig prijskaartje: 45 miljoen euro voor deze legislatuur. De renovatie van PTS Boom kost 9 miljoen euro, de nieuwbouw aan Sint-Godelieve 14 miljoen, de uitbreidingen in Stabroek en Mechelen respectievelijk 8,7 en 8,1 miljoen en die van PIVA 2 miljoen.
“Dat is een zware investering”, zegt Inga Verhaert. “Maar de provincie wil haar verantwoordelijkheid in dit dossier opnemen. Het bewijst ook dat wij als bestuursniveau wel degelijk nuttig zijn. Wij kunnen scholen bouwen met een regionale uitstraling, maar ook scholen die een zekere schaalgrootte nodig hebben. En die zijn nu eenmaal duur. Kleine steden of gemeenten kunnen deze kosten nooit dragen.”
Knelpuntberoepen
Het provinciaal onderwijs biedt uitsluitend richtingen aan in het beroeps en het technisch. “En daarbinnen opteren we dan ook nog eens voor knelpuntberoepen”, zegt Inga Verhaert. “Een bewuste en absoluut noodzakelijke keuze, gezien het groot aantal schoolverlaters zonder diploma, een gegeven waarmee ons land bijzonder slecht scoort, zo blijkt nogmaals uit recent onderzoek van OESO. ( Zie ook Opinie blz. 28, red.) Als provincie kunnen we die leerlingen een eigentijdse en performante infrastructuur aanbieden. Dat draagt bij tot hun beroepstrots. Je ziet leerlingen bij ons letterlijk hun rug rechten. Ze zijn trots op hun school. Om dat te kunnen blijven doen, blijven we ook de komende jaren verder investeren in infrastructuur en middelen. We willen de technici van morgen afleveren, niet die van gisteren.”
(wim daeninck)